Over mij

© Hans Ausloos

Over mij


Waarom Bénédicte Lemmelijn?

Tegen de achtergrond van het boven geëvoceerd 'visioen', de beschreven 'visie' en de gesuggereerde concretisering wil dit laatste deel even stilstaan bij een aantal kwaliteiten, competenties en aspecten uit mijn curriculum die aantonen dat ik in dit perspectief een geschikte kandidaat decaan ben.

1. Van wieg tot bedding...

Vooreerst wil ik vermelden dat ik de faculteit al 'ken' van toen ik nog een kind was; ze was als het ware al aanwezig in mijn wieg. Mijn vader was de eerste administratief secretaris van het Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen in de jaren 60, nadat hij zelf theologie studeerde in Bonn (omdat het als leek nog niet kon aan onze faculteit). Hij werd in 1972 als een van de eersten in het bisdom Hasselt tot diaken gewijd, en was na zijn vertrek uit de faculteit in 1968, zijn hele leven godsdienstleraar. In die bedding werd ik van kinds af aan vertrouwd met parochiepastoraal, met engagement in het bisdom, met diakonale en pastorale raden, met theologie als wetenschappelijke discipline... Op de bladsnede van zijn exemplaar van Otto Eissfeldt's Einleitung in das Alte Testament, schreef ik nog voor ik echt kon schrijven met grote hoekige drukletters 'papa'.... Hij stierf vorig jaar. Ik heb het boek nog steeds.

In dat spoor, en gesterkt in mijn persoonlijke en gelovige overtuiging dat theologie studeren en in die context dienstbaar zijn een zinvol levenspad zou banen, ben ik als 17-jarige in 1987 in de toenmalige eerste kandidatuur Godsdienstwetenschappen aan onze faculteit begonnen. Sindsdien ben ik er niet meer weg geweest, al heb ik het leren, studeren, reflecteren en lesgeven in al die jaren steeds aangevuld met veel internationale ervaring, vooral in de context van Zuid-Afrika, en heb ik destijds nooit vermoed waar dit pad me toe leiden zou en welke horizon er open zou gaan.

2. Een intrinsieke verwevenheid van theologie en geloof: brede inzet en publiek engagement

In die levenscontext is theologie steeds een intrinsieke verwevenheid geweest van rationele, intellectuele en wetenschappelijke reflectie enerzijds met een uitgezuiverd, kritisch maar loyaal geloven anderzijds, in de context van de lokale kerk in mijn parochie (met sterk engagement als jongere in mijn tweetalige geboortedorp in de Voerstreek en nadien in mijn actuele woonplaats), in Vlaanderen (met zeer veel dienstverlening op het vlak van wetenschapscommunicatie en waar gepast heel vaak ook gelovig getuigenis) en sinds kort ook effectieve dienst aan de Wereldkerk sinds mijn benoeming in de Pauselijke Bijbelcommissie (PCB). Het spreekt vanzelf dat deze laatste realiteit voor mij een geprivilegieerde band met de Kerk creëert en mij, ten gevolge daarvan, ook makkelijk met haar in verbinding stelt.

een intrinsieke verwevenheid van rationele, intellectuele en wetenschappelijke reflectie enerzijds met een uitgezuiverd, kritisch maar loyaal geloven anderzijds

Dat deze twee aspecten voor mij intrinsiek verweven zijn mag ook blijken uit het boek dat ik in deze context schreef over Mijn geloof als Bijbelwetenschapper. Een broos maar eerlijk antwoord (Halewijn, november 2016), dat in 2017 de publieksprijs voor het religieuze en spirituele boek kreeg, inmiddels vijf drukken kende, in het Russisch verscheen in 2020, en in Franse en Engelse vertaling voor publicatie voorligt. In hetzelfde spoor, met het oog op synergie tussen het veelvoudige en veelvormige zoeken van mensen vandaag enerzijds en de rijke christelijke en Bijbelse traditie anderzijds verscheen een ander boekje voor een breed publiek, Mindful Geluk. Vanuit eeuwenoude Bijbelse Wijsheid, dat sinds 2017 herhaaldelijk bestseller voor Uitgeverij Averbode was en inmiddels ook drie drukken kent.

Deze brede betrokkenheid op kerk en samenleving uit zich verder, en al van bij de aanvang, in een zeer uitgebreid engagement op het vlak van wetenschapscommunicatie in lezingen en in het jarenlang geregeld aanleveren van columns in Tertio, Basis, Ezra en Golfslag. Van deze laatste meer existentieel bezinnende teksten wordt in het najaar een bundel gepubliceerd. Dezelfde soms meditatieve blik op de werkelijkheid vertolkt zich tot slot ook in de dichtbundels die ik publiceerde als gewezen stadsdichter van mijn woonplaats Zoutleeuw, in de context waarvan een selectie van gedichten ook op publieke plaatsen mensen even tot mijmering aanzet.

Deze openheid op en verbinding met kerk en samenleving resulteert ook geregeld en al jaren lang in publieke stellingnames en interviews in de bredere media, zowel intern in de KU Leuven (Veto, Campuskrant, Areopaag) als ruimer kerkelijk (K&L, Tertio, Pastoralia ...) als nog ruimer maatschappelijk (kranten HLN, BVL, De Standaard, De Morgen) als audiovisueel op radio en tv, en tot slot ook via internet, bijvoorbeeld in Universiteit van Vlaanderen of Dominicanen.tv.

Ze komt tot slot ook tot uiting in mijn actieve, en herhaaldelijke participatie aan studiedagen en permanente vorming binnen de faculteit en de universiteit, voor een breder publiek: Logos, Vredesdag, Universiteit Derde Leeftijd, Lessen voor de XXIste eeuw, Didachèleergang Bijbel, zowel in het aanleveren van voordrachten als in de organisatie ervan.

3. Wereldwijd erkend wetenschappelijk onderzoek in Tekstkritiek van de Hebreeuwse Bijbel en Septuagintastudies

Op het vlak van onderzoek leid ik, tegen de achtergrond van mijn expertise in tekstkritiek en redactiekritiek van het Oude Testament, het Centre for Septuagint Studies and Textual Criticism, in de context waarvan ik samen met mijn echtgenoot en collega aan de UCLouvain, Hans Ausloos, een nieuwe criteriologie ter karakterisering van de vertaaltechniek van de individuele Septuagintaboeken ontwikkeld heb. Deze criteriologie werd uitgewerkt in tal van gereviewde wetenschappelijke artikelen en bijdragen. Ze wordt internationaal erkend en toegepast, en wordt continu verfijnd en verder innovatief uitgewerkt in de doctoraten die erop gebaseerd zijn, en door medewerkers die inmiddels op tal van plaatsen in de wereld én aan de KU Leuven zelf professor en erkende scholars geworden zijn.

Het Louvain Centre for Septuagint Studies and Textual Criticism geldt, samen met haar partnergroep aan de UCLouvain, wereldwijd als één van de toonaangevende centra in het Septuaginta-onderzoek (cf. K.H. Jobes & M. Silva, Invitation to the Septuagint, 2nd ed., Grand Rapids, MI, Baker Academic, p. 356, sub 'Major organisations and Research Projects').

Mijn opeenvolgende en wijzigende dienstverlenende en bestuurstaken in de voorbije 20 jaar hebben mij er niet van weerhouden ook volop te blijven inzetten op onderzoek. Getuige daarvan, naast mijn lidmaatschap van diverse internationale wetenschappelijke organisaties en redactieraden, slechts twee voorbeelden: een monografie die inmiddels een standaardwerk werd wat betreft de tekstkritiek in Exodus: B. Lemmelijn, A Plague of Texts? A Text-Critical Study of the So-Called 'Plagues Narrative' in Exodus 7,14-11,10 (Oudtestamentische Studiën/Old Testament Studies, 56), Leiden - Boston: Brill, 2009, XII-384p. en het recente verschijnen van de eerste exhaustieve 'Theology of the Septuagint' in de prestigieuze reeks van het Handbuch zur Septuaginta in de context van de projecten van Septuaginta Deutsch [H. Ausloos & B. Lemmelijn (eds.), Die Theologie der Septuaginta (Handbuch zur Septuaginta, 5), Gütersloh: Gütersloher Verlaghaus, 2020, ISBN 978-3-579-08103-8, 605 p]. Een nieuwe monografie over de redactiekritiek van Ex 7-11 is bijna gefinaliseerd en wordt nog dit jaar ter publicatie voorgelegd. Een volledige bibliografie is evidenter te raadplegen via Lirias.

Mijn opeenvolgende en wijzigende dienstverlenende en bestuurstaken in de voorbije 20 jaar hebben mij er niet van weerhouden ook volop te blijven inzetten op onderzoek

4. Onderwijs: veelzijdig en veelvormig

Op het vlak van onderwijs heb ik sinds 1993 heel wat verschillende opleidingsonderdelen over uiteenlopende onderdelen en aspecten van de studie van het Oude Testament verzorgd (eerst als medewerker, dan als plaatsvervanger, dan als titularis en coördinator), en dit wisselend zowel in de Nederlandstalige als Internationale programma's. Bovendien heb ik steeds opo's gedoceerd op alle niveaus van onze programma's, van kandidatuur tot licentie, van bachelor tot master en research master, en in verschillende werkvormen van hoorcollege tot seminarie. Tot slot heb ik sinds 2002 jaarlijks verschillende RZL-opleidingsonderdelen gegeven aan grote groepen studenten: eerst enkel in de faculteit Letteren, sinds 2010 ook in de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Voor elk van deze opo's heb ik door de jaren heen steeds veel en bijzondere waardering gekregen. Bovendien publiceerde ik in deze context ook een handboek.

Zelf heb ik in 2010-2011 ook het voortouw genomen in de reorganisatie van de opleidingsonderdelen Oude Testament, in een wending van corpusgerichte naar een meer diverse methodegerichte aanpak.

Bovendien heb tijdens talrijke en langdurige verblijven in het buitenland als gastprofessor, voornamelijk in Zuid-Afrika, heel wat colleges gegeven in zeer diverse contexten, een praktijk die ik overigens ook voortzette in participatie in het kader van Erasmus.

Tot slot fungeerde ik ook als copromotor in een bekomen onderwijsproject, ICT in de facultaire onderwijsprogramma's onderwijs, IMBEZE (01.10.2003-30.09.2005) en participeerde ik niet enkel als deelnemer, maar droeg ik ook tweemaal bij als 'vormer' binnen de opleiding voor beginnende docenten 'Lesgeven aan de KU Leuven' (DUO/ICTO), in 2007 en 2008, waar ik een module/lezing aanbood over 'Interactief doceren voor grote groepen', tegen de achtergrond van mijn brede RZL-ervaring.

5. Facultaire en universitaire dienstverlening: ervaring en verantwoordelijkheid

Als oudste van vijf kinderen ben ik steeds gewoon geweest om zorg te dragen en verantwoordelijkheid te nemen. In mijn jaren Grieks-Latijn was ik meer dan eens klasverantwoordelijke. In Leuven werd ik een tijd ABAP-vertegenwoordiger. En nadien, van bij mijn benoeming - of zelfs al voordien - volgden de administratieve en dienstverlenende taken in wisselende opdrachten en constellaties elkaar op. Ik was, onder meer, ombuds, secretaris van de Permanente Onderwijscommissie (POC), lid van de ZAP-evaluatiecommissie, lid van de Beoordelingscommissie, vicedecaan Internationalisering, lid van de Raad voor Internationaal Beleid (RIB), plaatsvervangend lid van de Interfacultaire Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (IRO), lid van het Faculteitsbestuur, lid van de Onderzoeks- en Doctoraatscommissie (ODC), vertegenwoordigend lid voor de faculteit in de Assemblée Générale van Lumen Vitae, voorzitter van het facultaire Committee for Study Allowances, voorzitter van het Advisory Committee for International Students (ACIS), lid van het Admissions Committee, academisch verantwoordelijke voor de International Sisters Community, voorzitter van de Beoordelingscommissie, coördinator van de onderzoekseenheid Bijbelwetenschap, lid van het expertpanel Cult 4 in het FWO gedurende zes jaar en thans lid van haar Commissie voor Internationale Wetenschappelijke Contacten (CWIC).

Deze wisselende en veelvormige taken hebben mij diepgaand gevormd tot wie ik vandaag ben. Ik werd vertrouwd met quasi alle aspecten van het functioneren van onze faculteit, zowel op het niveau van onderwijs (POC), onderzoek (FWO en ODC) en internationalisering (vicedecaan, RIB, IRO, ACIS). Ik leerde contacten leggen en contracten voorbereiden; projecten schrijven en visieteksten voorbereiden, vergaderingen beleggen en coördineren, personeelsdossiers met respect en waardering beoordelen en beschrijven, zelfevaluatierapporten redigeren en visitaties doorstaan ... "Gepokt en gemazeld", zegt men zo mooi in het Nederlands.

6. Een vrouw in de wereld

Tot slot hoeft het geen betoog dat ik iemand ben die met beide voeten in de realiteit sta. Ik ben gehuwd met Hans Ausloos, collega Bijbelwetenschapper. We hebben drie kinderen, adolescenten inmiddels, die de voorbije jaren het universitaire leven vanuit hun perspectief in ons huis binnenbrachten en nu stilaan op eigen benen staan en hun vleugels uitslaan. In intens overleg met mijn gezin, dat voor mij al die jaren - ook in en door al de boven beschreven inzet - zonder meer mijn prioriteit was, en met hun volle steun stel ik me vandaag kandidaat als decaan.

Een mensenleven is niet altijd één lijnrechte lineaire opgang; er zijn fases waarin het ene en dan weer het andere aspect meer of minder aandacht verdient. Ik heb in die verschillende fases van mijn leven steeds getracht, in een zo groot mogelijke innerlijke vrijheid, bewuste keuzes te maken. Vandaag maak ik een nieuwe, bewuste en weldoordachte keuze. In deze fase van mijn leven meen ik in staat te zijn om met grote mentale vrijheid en met een maximale tijdsbeschikbaarheid mij te concentreren op de veelzijdige, veeleisende en veelvormige taak van decaan.

Het is een taak die ik geenszins beschouw als het verwerven van macht, maar veeleer als het opnemen van intrinsieke verantwoordelijkheid 

Het is een taak die ik geenszins beschouw als het verwerven van macht, maar veeleer als het opnemen van intrinsieke verantwoordelijkheid, met het oog op het bevorderen en stimuleren van, maar ook het zorg dragen voor al wie en al wat mij in deze context toevertrouwd wordt. Als Bijbelwetenschapper mag u het me niet kwalijk nemen dat ik hier nog een keer naar die oude teksten verwijs. Leiderschap in het Oude Testament, en in het bijzonder in de Wijsheidsliteratuur die ik persoonlijk erg koester, wordt op een welbepaalde wijze begrepen. Echt leiderschap wordt altijd verdiend door waarachtige autoriteit, niet opgeëist door macht. En waarachtige autoriteit heeft niets te maken met 'de baas spelen'; het gaat geheel en al om wederzijds respect, om de zorg voor het realiseren van optimale mogelijkheden voor een harmonieuze ontwikkeling en ontplooiing van medemensen en om het creëren van een koesterende omgeving daartoe. Dat is de omgeving die ik wil trachten uit te bouwen, niet alleen, maar samen met ieder van u, ieder met uw eigen achtergrond en horizon, met eigen ideeën, verlangens en dromen.

Laat ik me daarom beschouwen als een 'brugfiguur' tussen verleden en toekomst van onze faculteit. In het licht van de boven beschreven visie wil ik me inzetten om bakens van hoop uit te zetten voor een radicaal nieuwe tijd die mag aanbreken. Een tij voor kering, een tijd van hoop.