Dank
Dank voor het vertrouwen
Beste collega's, medewerkers, studenten
Beste vrienden van onze Faculteit
Velen van u kennen het verhaal intussen. Ongeveer vijftig jaar geleden was mijn vader de eerste administratief secretaris van het toenmalige Hoger Instituut voor Godsdienstwetenschappen. Hij studeerde zelf voordien theologie. Echter, dat deed hij in Bonn, omdat, zoals u weet, lekenstudenten dat hier nog niet konden. Twintig jaar later ben hier als 17-jarige studente aangekomen, in zijn spoor, en gesterkt in mijn persoonlijke en gelovige overtuiging dat theologie studeren, en in die context dienstbaar zijn, een zinvol levenspad zou banen. Ik trad binnen in een wereld die ik kende van zijn verhalen. Ik ontmoette de toenmalige decaan, Professor Jan Lambrecht, die me verzekerde dat ik hier mijn weg wel zou vinden en die me toevertrouwde dat hij mijn bezorgde vader gerustgesteld had dat ik, om aan deze Faculteit te starten, echt niet te jong was. Dat het een wereld was die de mijne zou worden, had ik toen niet gedacht. Nooit heb ik destijds vermoed waar dit pad me toe leiden zou en welke horizon er open zou gaan. Vandaag, vijftig jaar later, staat zijn dochter hier, op deze zelfde plek: verkozen tot decaan, als gehuwde vrouw en mama van drie, voor het eerst in bijna 600 jaar. De tijden zijn stellig veranderd ... We beleven een bijzonder moment, misschien zelfs een beetje een 'historisch' moment, waarvan ik hoop dat het, samen met u, inderdaad in zekere zin het begin van een nieuwe tijd mag markeren, erkentelijk om wat goed was maar met nieuwe wind in de zeilen.
Ik kijk ernaar met intense dankbaarheid. Dankbaarheid is eigenlijk een zeer diepe vorm van positief bewustzijn. En het is dat wat ik nu ook ervaar. Het besef dat er me iets groots overkomt, iets mooi, iets goed: omdat ik het zie als iets dat mezelf overstijgt, ten dienste van onze gekoesterde Faculteit, samen met u allen. In de roepingsverhalen van de oudtestamentische profeten is het niet zelden zo dat ze wat terugschrikken voor de taak die hen toebedeeld wordt. Te jong, of te weinig vlot van taal, even zoveel bezwaren maken ze. Maar God antwoordt hen resoluut: "wees niet bang, Ik ben met U". In dezelfde geest sta ik hier vandaag voor u: in vertrouwen gedragen.
Gedragen ook door u allen. Tegen die achtergrond wil ik u oprecht en van ganser harte danken voor het resultaat van deze verkiezing, dat voor mij vooral het vertrouwen vertolkt dat u in mij stelt. Dat vertrouwen wil ik verdienen en waarderen. Met al wat ik ben en kan wil ik mij inzetten, dag aan dag en uur na uur, met onverdeelde toewijding. En voor alles waarin ik onvermijdelijk ook tekort zal schieten, vraag ik u om begrip, maar vooral om steun. De taak die u me toevertrouwde beschouw ik geenszins als het verwerven van macht. Veeleer gaat het voor en boven alles om het opnemen van intrinsieke verantwoordelijkheid, met het oog op het bevorderen en stimuleren van maar ook het zorg dragen voor al wie en al wat mij in deze context toevertrouwd wordt. In wederzijds respect, in openheid en overleg, gaat het om het realiseren van optimale mogelijkheden voor een harmonieuze ontwikkeling en ontplooiing van eenieder die leeft in onze Faculteit, en om het creëren van een vruchtbare omgeving daartoe. Dat is de omgeving die ik wil trachten uit te bouwen, niet alleen, maar samen met ieder van u, ieder met uw eigen achtergrond en horizon, met eigen ideeën, verlangens en dromen. Laat ons dus samen bouwen aan een Faculteit die inspirerend mag zijn, ad intra in ons dagdagelijkse samen werken en denken alsook in de universitaire context van de gehele KU Leuven, in alle uitdagingen waar we vandaag samen voor staan.
Maar laat onze Faculteit, vanuit haar uitmuntende internationale wetenschappelijke reputatie, ook 'zout in het deeg zijn' ad extra, met een openheid naar de bredere context waarin vandaag een Faculteit Theologie en Religiewetenschappen een veelzijdige taak te vervullen heeft. Laat ons elke alteriteit, elke diversiteit die bijdraagt aan het veelkleurige en bij uitstek ook internationale karakter van onze Faculteit met onderscheiding waarderen en omarmen in een veilige en existentieel geborgen context. Laat ons bouwen aan een Faculteit met een venster op de wereld, met een venster op de samenleving waarin vandaag zoveel mensen op zoveel verschillende wijzen op zoek zijn naar zingeving en hoop binnen en buiten de traditionele religieuze kaders, met een venster op de wereldkerk, en met bijzondere aandacht voor de stem van wie structureel of individueel kwetsbaar is. Laat ons een luisterend oor en een reikende hand bieden aan hen die in onze Faculteit, vanuit heel verschillende sociale en culturele achtergronden in ons land de zorgen en kommer van de dag tastbaar aanwezig stellen en in het bijzonder aan hen die de wereldproblemen heel concreet binnenbrengen: onze internationale studenten en onze partnerinstellingen in Oekraïne, in de Filippijnen, in India, in Congo, in Viëtnam ... Laat ons niet bang, maar vrijmoedig zijn.
Bijna even lang geleden had ik een bijzondere leraar Grieks en Latijn. Jaren geleden, hoor ik u denken. Inderdaad, maar nog even aanwezig, elke dag. Een kleine man, met een heel groot verstand en een nog groter hart. Ik koester in het bijzonder drie dingen die hij me leerde. De waarschuwing tegen elke hubris - de hoogmoed van de drang naar steeds meer in de (eigen-)waan van de dag -, het streven naar aei aristeuein - steeds trachten de beste versie van jezelf te zijn ten dienste van de ander -, en zijn levensechte voorbeeld van de kalokagathia - de schoonmenselijkheid in haar diepste vorm. Het zijn geen sentimentele herinneringen van een tiener heel lang geleden. Ze vormen een leidend richtsnoer, tot op vandaag en voor altijd. En in het bijzonder in de jaren die voorliggen. Zijn inspiratie indachtig wil ik een decaan trachten te zijn die met en voor u, ons aller project, dat ieder van ons nauw aan het hart draagt en dat we niet zonder emotie 'onze' Faculteit noemen, wil koesteren, vrijwaren en bevorderen. In die context wil ik me inzetten om bakens van hoop uit te zetten voor een radicaal nieuwe tijd die mag aanbreken. Een tij voor kering, een tijd van hoop.
Thank you for your confidence
(Dutch version above)
Dear Colleagues, Staff, Students
Dear Friends of our Faculty
Many of you know the story by now. About fifty years ago, my father was the first administrative secretary of the then Higher Institute of Religious Studies at this Faculty. Before taking up that task, he studied theology. However, he did so in Bonn, because, as you know, lay students were not yet allowed to study theology in Leuven. Some twenty years later, I arrived here as a 17-year-old student, following in his footsteps, and strengthened in my personal and faithful conviction that studying theology, and being of service in that context, would pave the way for a meaningful life path. I entered a world which I knew somehow from his stories. I met the then dean, Professor Jan Lambrecht, who assured me that I would find my way here and who told me that he had reassured my worried father that I was really not too young to start at the Faculty, At the time, I did not even imagine that this was a world that would become my own. I had no idea back then where this path would lead me and what horizons would open for me. Today, fifty years later, his daughter stands here, on this very spot: elected dean, as a married woman and mother of three, for the first time in almost 600 years. Times have certainly changed ... We are experiencing a special moment, perhaps even a bit of a "historic" moment, which I hope, with you, may indeed in some sense mark the beginning of a new era, grateful for what was good, but with new wind in our sails.
I look at it with intense gratitude. Gratitude is actually a very deep form of positive consciousness. And that is what I am experiencing right now. The awareness that something great is happening to me, something beautiful, something good: because I see it as something that transcends myself, serving our cherished Faculty, together with all of you. In the vocation stories of the Old Testament prophets, it is not uncommon for them to shy away from and even resist the task at hand. Too young, or not fluent enough in language: they raise many objections. But God answers them resolutely: "Do not be afraid, I am with you". In the same spirit, I stand before you today: sustained by trust.
Sustained and carried also by all of you. Against this background, I would like to thank you sincerely and wholeheartedly for the result of this election, which for me above all expresses the confidence you have placed in me. I want to earn and appreciate that trust. With all that I am and all that I am capable of, I want to commit myself, day after day and hour after hour, with undivided dedication. And for everything in which I will inevitably fail, I ask for your understanding, but above all I ask for your support. I do not consider the task you have entrusted to me as one of gaining power. Rather, it is a matter, first and foremost, of assuming intrinsic responsibility, with a view to promoting and stimulating, but also to taking care of all those and everything entrusted to me in this context. In mutual respect, in openness and consultation, it is about realizing optimal possibilities for the harmonious development and flourishing of all who live in our Faculty, and about creating a fruitful environment for that purpose. That is the environment I want to try to build, not alone, but together with each of you, each with your own background and horizon, with your own ideas, desires and dreams. So, let us build together a Faculty that can be inspiring, ad intra in our daily work and reflection as well as in the university context of the entire KU Leuven, in all the challenges we face together today.
But let our Faculty, rooted in its excellent international scientific reputation, also be 'salt in the dough' ad extra, with an openness to the broader context in which today a Faculty of Theology and Religious Studies has a multifaceted task to fulfil. Let us value and embrace with distinction every alterity, every diversity that contributes to the multicoloured and pre-eminently international character of our Faculty in a safe and existentially secure context. Let us build a Faculty with a window on the world, with a window on the society in which so many people are looking in so many different ways for meaning and hope within and outside traditional religious frameworks, with a window on the world church, and with special attention to the voice of those who are structurally or individually vulnerable. Let us offer a listening ear and a helping hand to those in our faculty, from very different social and cultural backgrounds in our country, who make the worries and woes of the day tangibly present, and in particular to those who bring the world's problems very concretely into our Faculty: our international students and our partner institutions in Ukraine, the Philippines, India, Vietnam ... Let us not be afraid, but bold.
Almost as long ago, I had an extraordinary teacher of Greek and Latin. Years ago, I hear you think. Indeed, but still as present, every day. A small man, with a very great mind and an even greater heart. I treasure in particular three things he taught me. A warning against any hubris - the hubris of the desire for more and more in the (self)delusion of the day -, the pursuit of aei aristeuein - always trying to be the best version of yourself in the service of the other -, and his real-life example of kalokagathia - being a good and beautiful person in the deepest sense of the word. These are not sentimental memories of a teenager from very long ago. They are guiding principles, to this day and forever. And especially in the years ahead. Mindful of his inspiration, I want to try to be a dean who, with and for you, wants to nurture, safeguard and promote the project, which each of us holds close to our hearts and which we do not call "our" Faculty without emotion. In this context, I want to commit myself to setting out beacons of hope for a radically new time that has the opportunity to dawn. A tide for turning, a time of hope.